HOOFDSTUK 23
Rehabilitatie
For the loser now will be later to win
Amelio roept Wozniak op het podium, met linksachter Jobs
Op de achtergrond
‘Het is maar zelden dat je een kunstenaar ziet die ouder is dan 30 of 40 en die nog iets bewonderenswaardigs bijdraagt,’ verklaarde Jobs vlak voordat hij 30 werd.
Dat gold ook voor Jobs tussen 30 en 40, in het decennium dat in 1985 begon toen hij er bij Apple werd uitgezet. Maar nadat hij in 1995 40 jaar was geworden, begon een nieuwe bloeitijd. Dat jaar kwam Toy Story uit en het jaar daarop bood Apple’s aankoop van NeXT hem de mogelijkheid terug te keren bij het bedrijf dat hij zelf had opgericht. Na terugkeer bij Apple zou Jobs laten zien dat mensen van boven de 40 de grootste vernieuwers kunnen zijn. Nog voor zijn dertigste had hij de personal computer getransformeerd, en nu zou hij hetzelfde gaan doen met muziekspelers, de filmindustrie, mobiele telefoons, apps, tablet-pc’s, boeken en journalistiek.
Hij had Larry Ellison verteld dat zijn terugkeerstrategie bestond uit het verkopen van NeXT aan Apple om dan in de raad van bestuur benoemd te worden en klaar te staan zo gauw Amelio struikelde. Ellison stond dan wel met open mond toen Jobs hem zei dat hij het niet voor het geld deed, maar dat was in ieder geval deels waar. Hij had noch Ellisons opvallende consumentenbehoeften, noch Bill Gates’ filantropische ingevingen, noch de competitieve instelling om te zien hoe hoog hij op de lijst van Forbes kon komen. Het was zijn ego dat hem dwong bevrediging te halen uit het scheppen van iets waar mensen ontzag voor zouden hebben. En eigenlijk moest het een tweeledige erfenis zijn: geweldige producten die zowel innovatief zijn als hervormend, en een duurzaam bedrijf. Hij wilde tot het pantheon behoren met – of eigenlijk een stapje hoger dan – mensen als Edwin Land, Bill Hewlett en David Packard. En de beste manier om dat te bereiken, was terug te keren bij Apple en zijn koninkrijk herwinnen.
En toch... er ontstond een merkwaardige aarzeling toen de tijd voor rehabilitatie aanbrak. Hij had geen enkele scrupules als het ging om aan de poten te zagen van de stoel van Gil Amelio. Dat zat in zijn aard, en hij kon ook nauwelijks anders toen hij eenmaal had bedacht dat Amelio niet wist waar hij mee bezig was. Maar toen de beker van de macht zijn lippen naderde, werd hij merkwaardig aarzelend, onwillig zelfs, misschien verlegen.
In januari 1997 kwam hij in dienst als informeel parttime adviseur, zoals hij tegen Amelio had gezegd. Op enkele gebieden liet hij zich direct gelden, vooral als het ging om het beschermen van de mensen die met hem mee waren gekomen van NeXT. Maar op de meeste terreinen was hij ongebruikelijk passief. Hij was beledigd door het besluit om hem niet te vragen om in de raad van bestuur zitting te nemen en hij voelde zich vernederd door de suggestie dat hij de afdeling besturingssystemen van het bedrijf zou gaan leiden. Amelio kon dus een situatie scheppen waarin Jobs zowel binnen als buiten het bedrijf stond, hetgeen geen recept was voor rust. Later vertelde Jobs:
==
Gil wilde niet dat ik er was. En ik vond hem een onbenul. Ik wist dat al voordat ik hem het bedrijf verkocht. Ik dacht dat ik alleen nu en dan op moest komen draven voor manifestaties als Macworld, dus vooral voor de show. Dat was uitstekend, want ik werkte voor Pixar. Ik huurde in het centrum van Palo Alto een kantoor waar ik een paar dagen per week kon werken en ik ging een of twee dagen per week naar Pixar. Het was een fijn leventje. Ik kon wat kalmer aan doen en een beetje tijd aan mijn gezin besteden.
Jobs werd al direct gevraagd om op te komen dagen op de handelsbeurs Macworld, die begin januari gehouden werd, en daar werd zijn mening dat Amelio een onbenul was, nog eens bevestigd. Bijna vierduizend getrouwen vochten om een plaatsje in de danszaal van het San Francisco Marriott Hotel om Amelio’s keynote address te horen. Hij werd geïntroduceerd door de acteur Jeff Goldblum, die kort daarvoor in Independence de wereld had gered met behulp van een Apple PowerBook. ‘Ik speel een expert in de chaostheorie in The Lost World: Jurassic Park,’ zei hij. ‘Volgens mij maakt mij dat bevoegd om op een manifestatie van Apple te spreken.’ Daarna gaf hij de microfoon aan Amelio die het podium opkwam in een opzichtig tweedjasje en een gestreept overhemd waarvan alle knoopjes dicht waren – ‘hij zag eruit als een komiek in Vegas’, merkte de verslaggever van de Wall Street Journal, Jim Carlton, later op, of in de woorden van technologieschrijver Michael Malone: ‘Hij zag eruit als je net gescheiden oom op zijn eerste afspraakje.’
Er was echter een veel groter probleem: Amelio was eerst op vakantie geweest, had ruzie gemaakt met zijn toesprakenschrijver en had geweigerd om zijn toespraak in te studeren. Toen Jobs achter het toneel arriveerde, werd hij boos vanwege de chaos die er heerste en woedend toen Amelio op het podium stuntelend een onsamenhangende en eindeloze presentatie gaf. Amelio kende de onderwerpen niet die op zijn teleprompter, zijn autocue, voorbijkwamen en begon al gauw te improviseren. Herhaaldelijk was hij de draad van zijn verhaal kwijt. Na ruim een uur was het publiek het helemaal zat. Er waren gelukkig een paar welkome pauzes, bijvoorbeeld toen de zanger Peter Gabriel het podium opkwam om een nieuw muziekprogramma te demonstreren. Ook wees hij naar Muhammad Ali op de voorste rij, de bokser die verondersteld werd om op het podium een website over de ziekte van Parkinson te promoten, maar Amelio kondigde hem nooit aan en legde niet uit waarom hij aanwezig was.
Amelio bazelde meer dan twee uur lang voordat hij eindelijk de man het podium opriep op wie iedereen zat te wachten. ‘Jobs, die zelfvertrouwen, stijl en puur magnetisme uitstraalde, was toen hij het podium betrad, de antithese van de stuntelende Amelio,’ schreef Carlton. ‘De terugkeer van Elvis zou geen grotere sensatie zijn geweest.’ De menigte sprong op en gaf hem meer dan een minuut lang een denderende ovatie. Het tijdperk van zijn afwezigheid was voorbij. Ten slotte gebaarde hij om stilte en kwam direct tot de kern van de uitdaging. ‘We moeten die vonk terugkrijgen,’ zei hij. ‘De Mac heeft in tien jaar weinig vorderingen gemaakt en dus heeft Windows hem in kunnen halen. En dus moeten we een OS, een operating system verzinnen dat nog beter is.’
Jobs’ peptalk had tevens de verlossende finale kunnen zijn na Amelio’s verschrikkelijke optreden. Jammer genoeg betrad Amelio het podium opnieuw en stuntelde nog eens een uur door. Eindelijk, na meer dan drie uur, maakte Amelio een einde aan de presentatie door Jobs nogmaals op het podium te roepen, die als verrassing Steve Wozniak meebracht. Het tumult was oorverdovend. Maar Jobs was zichtbaar geërgerd. Hij vermeed om met de andere twee samen triomfantelijk de armen in de lucht te steken. In plaats daarvan bleef hij achter op het podium staan. ‘Hij verpestte totaal de afsluiting die ik in gedachte had,’ klaagde Amelio later. ‘Zijn eigen gevoelens waren belangrijker dan een goede pers voor Apple.’ Het nieuwe jaar voor Apple was pas een week oud en nu al was duidelijk dat de aanvoerder van de ploeg het niet zou houden.
Jobs begon direct mensen in wie hij vertrouwen had, op topplaatsen binnen Apple te zetten. ‘Ik wilde ervan verzekerd zijn dat de echt goede mensen die van NeXT kwamen, geen dolkstoot in de rug kregen van minder competente mensen die toen de hogere banen bij Apple bezetten,’ vertelde hij. Ellen Hancock, die haar voorkeur had uitgesproken voor Suns OS Solaris in plaats van dat van NeXT, stond boven aan zijn lijst van onbenullen, zeker toen ze maar bleef zeuren dat ze de kern van Solaris in het nieuwe OS van Apple wilde hebben. In antwoord op de vraag van een verslaggever over de rol die Jobs zou gaan spelen bij het nemen van die beslissing, antwoordde ze kort: ‘Geen.’ Hierin vergiste ze zich. Het eerste wat Jobs deed, was ervoor zorgen dat twee van zijn vrienden van NeXT al haar taken overnamen. [Een paar maanden later nam ze ontslag.]
Als hoofd van de afdeling softwareontwerp vroeg hij zijn maatje Avie Tevanian. Om de afdeling hardware te leiden deed hij een beroep op Jon Rubinstein, die eerder hetzelfde had gedaan bij NeXT toen dat bedrijf nog een hardwareafdeling had. Rubinstein was op vakantie op het Isle of Skye aan de Schotse westkust toen Jobs hem belde. ‘Apple heeft wat hulp nodig,’ zei hij. ‘Wil je aan boord komen?’ Rubinstein wilde dat wel. Hij was op tijd terug om bij Macworld aanwezig te zijn en Amelio te zien knoeien. De zaken stonden er nog slechter voor dan hij had verwacht. Bij vergaderingen keken hij en Tevanian elkaar af en toe aan alsof ze in een gekkenhuis beland waren, waar mensen allerlei rare beweringen deden terwijl Amelio aan het hoofd van de tafel in een toestand van totale lethargie leek te verkeren.
Jobs kwam niet geregeld naar kantoor, maar wel belde hij vaak met Amelio. Toen hij er eenmaal in was geslaagd om Tevanian, Rubinstein en anderen die hij vertrouwde op hoge posities te krijgen, richtte hij zich op de uitdijende collectie producten. Een van zijn grootste ergernissen was Newton, een handheld personal digital assistent waarop je op het scherm kon schrijven, waarna de software herkende wat je schreef. Het was wel niet zo slecht als je zou denken als je afging op de grappen die erover de ronde deden en die herhaaldelijk in de krantenstrip Doonesbury stonden, maar Jobs haatte het. Hij vond het idee om met stylus of pen op een scherm te schrijven, afschuwelijk. ‘God heeft ons tien stylussen gegeven,’ zei hij altijd, terwijl hij z’n vingers in de lucht stak. ‘Laten we er niet nog een uitvinden.’ Bovendien beschouwde Jobs Newton als de enige grote innovatie en het lievelingsproject van Amelio. Alleen al daardoor was het in Jobs’ ogen tot mislukken gedoemd.
‘Je moet de stekker uit Newton trekken,’ zei hij op een dag tijdens een telefoongesprek tegen Amelio.
Het was een suggestie die uit het niets leek te komen en Amelio verzette zich. ‘Hoe bedoel je, de stekker eruit trekken?’ vroeg hij. ‘Steve, heb je er enig idee van hoeveel geld dat zou gaan kosten?’
‘Sluit af, schrijf af, zorg dat je er vanaf komt,’ antwoordde Jobs. ‘Het maakt niet uit wat het kost. Mensen zullen voor je applaudisseren als je er een einde aan maakt.’
‘Ik heb de Newton bekeken en het wordt een goudmijn,’ verklaarde Amelio. ‘Ik ben het er niet mee eens dat we het project beëindigen.’ Maar in mei maakte hij plannen bekend om op de Newton-afdeling te gaan bezuinigen, het begin van de één jaar durende gang van het apparaat naar zijn graf.
Af en toe kwamen Tevanian en Rubinstein bij Jobs thuis om hem op de hoogte te houden en binnen korte tijd wist bijna iedereen in Silicon Valley dat Jobs geleidelijk aan Amelio’s macht naar zich toe aan het trekken was. Het was niet zozeer een machiavellistische machtsstrijd, maar gewoon Jobs die deed als Jobs. Het uitoefenen van de macht zat nu eenmaal in zijn aard. Louise Kehoe, de verslaggever van de Finan-cial Times die dit had voorspeld toen ze hem en Amelio had geïnterviewd na de aankondiging in december, was de eerste die het verhaal publiceerde. ‘Mr. Jobs is de macht achter de schermen geworden,’ schreef ze eind februari. ‘Gezegd wordt dat hij de beslissingen neemt over welke delen van Apple’s activiteiten beëindigd moeten worden. Mr. Jobs heeft een aantal voormalige Apple-collega’s gevraagd om bij het bedrijf terug te keren, en dat zou een sterke aanwijzing zijn dat hij plannen heeft om de macht over te nemen. Volgens een van Mr. Jobs’ vertrouwelingen heeft hij besloten dat er voor Mr. Amelio en de door hem benoemde managers geen plaats zal zijn bij het reanimeren van Apple en is het zijn bedoeling om hen te vervangen om er zeker van te zijn dat “zijn bedrijf” zal blijven bestaan.’
Die maand moest Amelio de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering uitleggen waarom het resultaat over het laatste kwartaal van 1996 een vrije val van de verkoop liet zien van 30% vergeleken met het jaar daarvoor. Aandeelhouders stonden in rijen achter de microfoons om lucht te geven aan hun boosheid. Amelio had geen benul van hoe slecht hij die vergadering voorzat. ‘De presentatie werd beschouwd als een van de beste die ik ooit heb gegeven,’ kraaide hij later. Maar Ed Woolard, de voormalige CEO van DuPont die nu bestuursvoorzitter was van Apple (Markkula had een stapje teruggedaan en was nu vicevoorzitter), was verbijsterd. ‘Dit is een ramp,’ fluisterde zijn vrouw nog tijdens de vergadering. Woolard was het met haar eens. ‘Gils kleding was heel cool, maar hij zag er belachelijk uit en klonk ook zo,’ vertelde hij. ‘Hij kon geen enkele vraag beantwoorden, wist niet waar hij het over had en wist geen enkel vertrouwen te wekken.’
Na thuiskomst belde Woolard Jobs, die hij nog nooit had ontmoet. Hij gebruikte als voorwendsel dat hij hem wilde uitnodigen om in Delaware hoge functionarissen van DuPont toe te komen spreken. Jobs sloeg de uitnodiging af, maar zoals Woolard vertelde: ‘De uitnodiging was een smoesje om het met hem over Gil te hebben.’ Hij stuurde het gesprek die kant op en vroeg Jobs rechtstreeks wat zijn indruk was van Amelio. Woolard herinnerde zich dat Jobs er wat omheen draaide en toen zei dat dit niet de juiste baan was voor Amelio. Jobs vertelde dat hij wat botter was geweest:
==
Ik dacht bij mezelf, of ik vertel hem de waarheid dat Gil een onbenul is, of ik lieg door te zwijgen. Hij zit in de raad van Apple, dus heb ik de plicht hem te zeggen wat ik vind; aan de andere kant, als ik hem dat vertel, dan zegt hij het tegen Gil, in welk geval Gil nooit meer naar me zal luisteren en gaat hij de mensen die ik bij Apple heb binnengebracht, dwarszitten. Dit speelde zich allemaal in minder dan dertig seconden in mijn hoofd af. Uiteindelijk besloot ik dat ik de man de waarheid verschuldigd was. Ik gaf heel veel om Apple. Dus vertelde ik het maar ronduit. Ik zei dat die man de slechtste CEO is die ik ooit heb gezien, dat als je een vergunning nodig had om CEO te mogen zijn, hij die volgens mij nooit zou krijgen. Toen ik ophing, dacht ik dat ik zojuist vermoedelijk iets heel stoms had gedaan.
Dat voorjaar ontmoette Jobs’ vriend van Oracle, Larry Ellison, Amelio tijdens een feestje en stelde hem voor aan technologiejournalist Gina Smith, die vroeg hoe het met Apple ging. ‘Weet je, Gina, Apple is als een schip,’ antwoordde Amelio. ‘Dat schip zit boordevol schatten, maar er zit een gat in de romp. En het is mijn taak om iedereen in dezelfde richting te laten roeien.’ Smith was perplex en vroeg: ‘Ja, maar hoe zit het met dat gat?’ Vanaf dat moment maakten Ellison en Jobs er grappen over als de parabel van het schip. ‘Toen Larry me het verhaal vertelde, zaten we in een sushirestaurant en ik viel letterlijk van mijn stoel van het lachen,’ vertelde Jobs. ‘Hij was zo’n paljas en nam zichzelf zo serieus. Hij stond erop dat iedereen hem aansprak met doctor Amelio. Dat is altijd een waarschuwing.’
Brent Schlender, de technologieverslaggever van Fortune met heel goede bronnen, kende Jobs en zijn manier van denken. In maart kwam hij met een verhaal waarin hij de puinhoop beschrijft. ‘Apple Computer, Silicon Valley’s toonbeeld van slecht management en in duigen gevallen dromen, bevindt zich in de volgende crisis, mistroostig worstelend in slow motion met imploderende verkoopcijfers, een mislukte technologiestrategie en een doodbloedende merknaam,’ schreef hij. ‘Voor het machiavellistische oog lijkt het alsof Jobs, ondanks de aantrekkingskracht van Hollywood – de laatste tijd was hij de baas bij Pixar, de maker van Toy Story en andere, met de computer gemaakte animatiefilms – snode plannen heeft om Apple over te nemen.’
Ellison kwam in het openbaar weer met het oude idee van een vijandige overname om dan zijn ‘beste vriend’ Jobs als CEO te laten benoemen. ‘Steve is de enige die Apple nog kan redden,’ zei Ellison tegen verslaggevers. ‘Ik ben bereid om hem te helpen op het moment dat hij erom vraagt.’ Net als de derde keer dat het jongetje in de fabel van Aesopos ‘Wolf, wolf’ riep en de dorpelingen hem niet meer geloofden, kreeg ook Ellisons laatste gemijmer niet veel aandacht, en daarom vertelde hij diezelfde maand nog aan Dan Gillmor van de San Jose Mercury News dat hij een groep investeerders aan het vormen was die $ 1 miljard bijeen konden brengen om een groot belang in Apple te nemen. (De marktwaarde op dat moment was rond $ 2,3 miljard.) De dag dat dit bekend werd, schoot de koers van Apple met 11% omhoog en was de handel in de aandelen groot. Om nog leuker te zijn verzon Ellison een e-mailadres – savapple@us.oracle.com – en vroeg het publiek om te stemmen of hij hiermee door moest gaan of niet. (Ellison had eerst ‘saveapple’ in het e-mailadres gebruikt, maar ontdekte daarna dat het e-mailsysteem van Oracle maar acht letters toeliet.)
Jobs was wel enigszins geamuseerd door de rol die Ellison zichzelf had aangemeten, en aangezien hij er niet helemaal zeker van was wat hij ervan moest denken, ontweek hij de vragen hierover. ‘Larry komt hier af en toe mee,’ zei hij tegen een verslaggever. ‘Ik probeer dan uit te leggen dat mijn rol bij Apple die van adviseur is.’ Maar Amelio was des duivels. Hij belde Ellison om hem de waarheid te zeggen, maar die nam het gesprek niet aan. Dus belde Amelio Jobs, die hem een twijfelachtig, maar toch ook eerlijk antwoord gaf. ‘Ik begrijp echt niet wat er precies aan de hand is,’ zei hij tegen Amelio. ‘Ik vind het allemaal gestoord.’ Hij vervolgde echter met een verzekering die helemaal niet eerlijk was. ‘De relatie tussen jou en mij is goed,’ zei hij. Jobs had aan alle speculaties een einde kunnen maken door een verklaring uit te geven waarin hij Ellisons idee afkeurde. Maar tot ergernis van Amelio deed hij dat niet. Hij bleef op de vlakte, en dat paste bij zijn belangen en zijn aard.
Amelio had een nog groter probleem: hij was de steun kwijtgeraakt van bestuursvoorzitter Ed Woolard, een directe en verstandige man, van huis uit industrieel ontwerper, die goed kon luisteren. Jobs was niet de enige geweest die hem verteld had wat hij vond van Amelio’s tekortkomingen. Fred Anderson, Apple’s hoogste financiële man, had Woolard gewaarschuwd dat het bedrijf bijna zijn afspraken met de bank over leningen schond en in gebreke gesteld zou worden, en ook had hij het gehad over de afnemende moraal. Tijdens de bestuursvergadering van maart gingen de directeuren dwarsliggen en stemden tegen het door Amelio voorgestelde advertentiebudget.
Bovendien had de pers zich nu tegen Amelio gekeerd. Op het omslag van Business Week stond, ‘Is Apple in de pan gehakt?’, Red Herring had het traditionelere ‘Gil Amelio, neem alsjeblieft ontslag’, en op het omslag van Wired stond het Apple-logo als een geofferd heilig hart met een doornenkroon en de tekst ‘Bid’. Mike Barnicle van de Boston Globe, die fulmineerde tegen jarenlang mismanagement bij Apple, schreef: ‘Hoe kunnen deze nitwits nog steeds salaris krijgen nadat ze van de enige computer die mensen niet afschrikte, de technologische tegenhanger hebben gemaakt van de Red Sox bullpen van 1997?’ Eind mei gaf Amelio een interview aan Jim Carlton van de Wall Street Journal, die hem vroeg of hij de perceptie van anderen dat Apple zich in een ‘dodelijke spiraal’ bevond, kon omdraaien. Amelio keek Carlton recht aan en zei: ‘Het antwoord op die vraag weet ik niet.’
Toen Jobs en Amelio in februari de laatste papieren van de overeenkomst hadden getekend, was Jobs blij gaan huppelen en riep: ‘Jij en ik moeten samen uitgaan en dit met een geweldige fles wijn gaan vieren!’ Amelio bood aan om een fles uit zijn kelder te halen en stelde voor dat ze hun vrouwen erbij haalden. Het duurde tot juni voordat ze een datum afspraken, en ondanks de toenemende spanningen hadden ze een leuke avond. Het eten en de wijn pasten net zo slecht bij elkaar als de eters. Amelio had een fles Cheval Blanc uit 1964 en een Montrachet meegebracht van ieder ongeveer $ 300, terwijl Jobs een vegetarisch restaurant in Redwood City had uitgekozen waar de rekening in totaal $ 72 bedroeg. Amelio’s vrouw zei achteraf echter: ‘Wat is die man charmant, en zijn vrouw ook.’
Jobs kon mensen verleiden en charmeren wanneer hij maar wilde en vond dat ook leuk. Mensen als Amelio en Sculley verkeerden in de veronderstelling dat, omdat Jobs aardig tegen hen was, dat ook betekende dat hij hen mocht en respecteerde. Het was een indruk die hij soms zelf versterkte door af en toe een beetje ongemeende vleierij los te laten op wie ernaar hunkerde. Maar Jobs kon net zo charmant zijn voor mensen aan wie hij een hekel had als hij mensen kon beledigen die hij mocht. Amelio zag dit niet omdat hij, net als Sculley, zo naar Jobs’ affectie hunkerde. De woorden die hij gebruikte om zijn verlangen naar een goede relatie met Jobs te beschrijven, waren zelfs bijna identiek aan die van Sculley. ‘Als ik met een probleem zat, nam ik met hem de hele zaak door,’ vertelde Amelio. ‘Negen van de tien keer waren we het eens.’ Op een of andere wijze overtuigde hij zichzelf ervan dat Jobs hem echt respecteerde. ‘Ik was diep onder de indruk van de wijze waarop Steve’s geest problemen benaderde en had het gevoel dat we een relatie opbouwden van wederzijds vertrouwen.’
Amelio’s ontgoocheling kwam een paar dagen na het etentje. Tijdens hun onderhandelingen waren Amelio en Jobs overeengekomen dat Jobs de aandelen Apple die hij had gekregen, minstens zes maanden vast zou houden en liefst langer en dat hij voor verkoop eerst met de raad van bestuur zou overleggen. Die zes maanden eindigden in juni, en toen een partij van anderhalf miljoen aandelen werd verkocht, belde Amelio Jobs. ‘Ik zeg tegen iedereen dat die aandelen die verkocht zijn, niet van jou waren,’ zei hij. ‘Vergeet niet dat jij en ik overeen zijn gekomen dat je niet zou verkopen zonder ons in te lichten.’
‘Dat klopt,’ antwoordde Jobs. Amelio begreep hieruit dat Jobs zijn aandelen niet had verkocht en hij liet een verklaring uitgaan met die inhoud. Maar toen het eerstvolgende overzicht uitkwam van de SEC (Securities and Exchange Commission, de regeringsinstelling die toezicht houdt op de aandelenhandel), bleek dat Jobs zijn aandelen had verkocht. ‘Verdomme, Steve, ik vroeg je rechtstreeks over die aandelen en je ontkende dat jij het was.’ Jobs vertelde Amelio dat hij had verkocht in een ‘depressieve bui’ over de richting die Apple opging en dat hij dat niet had willen toegeven omdat hij zich ‘een beetje schaamde’. Toen ik hem er jaren later naar vroeg, zei hij eenvoudigweg: ‘Ik vond het niet nodig om het aan Gil te vertellen.’
Maar waarom had Jobs Amelio op het verkeerde been gezet over de verkoop van zijn aandelen? Een reden is eenvoudig: Jobs vermeed soms de waarheid. Helmut Sonnenfeld zei eens over Henry Kissinger: ‘Hij liegt niet omdat dat in zijn belang is, hij liegt omdat het in zijn aard ligt.’ Het lag in Jobs’ aard om af en toe te misleiden en iets achterbaks te doen. Aan de andere kant kon hij ook keihard eerlijk zijn en waarheden op tafel leggen die de meesten van ons zouden verzachten of onderdrukken. Zowel het liegen als het vertellen van de waarheid zijn aspecten van zijn nietzscheaanse houding dat gewone regels niet op hem van toepassing waren.
Exit Amelio
Jobs had geweigerd openlijk Larry Ellisons gepraat over een overname tegen te spreken, hij had stiekem zijn aandelen verkocht en hij had daarover ook nog eens gelogen. Amelio raakte er nu toch eindelijk van overtuigd dat Jobs het op hem gemunt had. ‘Eindelijk drong het feit tot me door dat ik te graag bereid was geweest om te geloven dat hij aan mijn kant stond,’ vertelde Amelio later. ‘Steve’s plannen om mijn einde te bewerkstelligen, werden gaandeweg uitgevoerd.’
Jobs had inderdaad bij welke gelegenheid dan ook geen goed woord over voor Amelio. Hij kon dat niet helpen, maar zijn kritiek was ook nog eens juist. Er was echter nog een belangrijke factor waardoor de raad van bestuur zich tegen Amelio keerde. Fred Anderson, hoofd financiën, vond het zijn dure plicht om Ed Woolard en de raad op de hoogte te houden van Apple’s precaire financiële situatie. ‘Fred was de man die me vertelde dat het geld wegstroomde, mensen vertrokken en belangrijke medewerkers erover dachten om weg te gaan,’ aldus Woolard. ‘Hij maakte volstrekt duidelijk dat het schip gauw zou gaan stranden en dat zelfs hij erover dacht om weg te gaan.’ Dat kwam nog bij de zorgen die Woolard had sinds hij Amelio op de aandeelhoudersvergadering had zien stuntelen.
Woolard had Goldman Sachs gevraagd om de mogelijkheid te onderzoeken om Apple in de verkoop te doen, maar de investeringsbank antwoordde dat het onwaarschijnlijk was dat een strategische koper gevonden kon worden omdat het marktaandeel zo ver was weggezakt. Bij een besloten vergadering van de raad van bestuur in juni, waar Amelio dus niet bij aanwezig was, gaf Woolard de leden van de raad een overzicht van hoe hij hun kansen inschatte. ‘Als we Gil houden als CEO, dan is er volgens mij een kans van niet meer dan 10% dat we een bankroet kunnen vermijden,’ zei hij. ‘Als we hem ontslaan en Steve vragen om de zaak over te nemen, dan hebben we een overlevingskans van 60%. Als we Gil ontslaan, Steve niet terugkrijgen en een nieuwe CEO moeten gaan zoeken, dan hebben we een kans van 40%.’ De raad gaf hem toestemming om Jobs te vragen om terug te keren en spraken af, of hij nu wilde of niet, om na de vakantiedagen van de Fourth of July een telefonische noodvergadering van de hele raad te houden.
Woolard en zijn vrouw vlogen naar Londen, waar ze van plan waren om naar de tenniswedstrijden op Wimbledon te gaan kijken. Overdag zag hij nog wel iets van het tennis, maar de avonden besteedde hij in hun suite in de Inn on the Park om met mensen in Amerika te bellen, waar het op dat moment dag was. Aan het einde van zijn verblijf had hij een telefoonrekening van zo’n $ 2000.
Eerst belde hij Jobs. De raad ging Amelio ontslaan, vertelde hij, en die wilde dat Jobs terugkwam als CEO. Jobs had Amelio behoorlijk agressief belachelijk gemaakt en zijn eigen ideeën opgedrongen over de richting die Apple op moest gaan. Maar plotseling, nu hem de overwinning werd aangeboden, was hij terughoudend. ‘Ik zal jullie helpen,’ antwoordde hij.
‘Als CEO?’ vroeg Woolard.
Jobs zei nee. Woolard drong er sterk op aan dat hij dan ten minste waarnemend CEO zou worden. Ook hiertegen had Jobs zijn bedenkingen. ‘Ik zal adviseur zijn,’ zei hij. ‘Onbetaald.’ Wel stemde hij ermee in dat hij lid werd van de raad van bestuur – dat was iets wat hij echt had gewild – maar hij verwierp het verzoek om bestuursvoorzitter te worden. ‘Dit is alles wat ik nu aankan,’ zei hij. Hij e-mailde een briefje aan zijn medewerkers bij Pixar waarin hij hen de verzekering gaf dat hij hen niet in de steek zou laten. ‘Ik kreeg drie weken geleden een telefoontje van Apple’s raad van bestuur waarin ik werd gevraagd om bij Apple terug te keren als hun CEO,’ schreef hij. ‘Ik heb dat afgeslagen. Daarna vroegen ze me om bestuursvoorzitter te worden, en ook dat heb ik afgeslagen. Dus maak je niet ongerust – die gekke geruchten zijn niet meer dan dat. Ik heb geen plannen om Pixar te verlaten. Jullie zitten met mij opgescheept.’
Waarom nam Jobs de teugels niet in handen? Waarom had hij geen zin in de baan die hij althans ogenschijnlijk al twee decennia had gewild? Toen ik hem dat vroeg, antwoordde hij:
==
We hadden Pixar net naar de beurs gebracht en ik was heel gelukkig als CEO daar. Ik heb ook nooit iemand gekend die bij twee vennootschappen tegelijk CEO was, zelfs niet tijdelijk, en ik wist ook niet zeker of dat wel wettelijk was toegestaan. Ik wist niet wat ik moest doen of wat ik wilde. Ik genoot van de tijd die ik nu meer met mijn gezin doorbracht. Ik werd verscheurd. Ik wist dat het bij Apple een zootje was, dus vroeg ik me af: wil ik dit leuke leventje wel opgeven? Wat zullen alle aandeelhouders van Pixar er wel niet van denken? Ik praatte erover met mensen die ik respecteerde. Uiteindelijk belde ik op een zaterdagmorgen om acht uur [Intel-CEO] Andy Grove – te vroeg. Ik vertelde hem alle voors en tegens, maar midden in mijn betoog onderbrak hij me: ‘Steve, ik geef geen moer om Apple.’ Ik was verbijsterd. En het was toen dat ik me realiseerde dat ik wel een moer om Apple gaf – ik had het opgericht en het was goed dat het er was. Op dat moment besloot ik om terug te gaan op tijdelijke basis om hen te helpen een nieuwe CEO te zoeken.
De mensen bij Pixar vonden het echter nog steeds niet erg dat hij wat minder tijd bij hen doorbracht. Ze vonden het stilletjes (en soms openlijk) fijn dat hij nu ook Apple had om zich mee bezig te houden. Ed Catmull was een goede CEO geweest en kon de taken zo weer overnemen, officieel of niet officieel. En wat het genieten van de tijd bij zijn gezin betreft, de vader-van-het-jaar-trofee zou hij toch nooit winnen, zelfs niet als hij veel vrije tijd had gehad. Hij was wel steeds meer aandacht aan zijn kinderen gaan besteden, vooral aan Reed, maar hij richtte zich toch vooral op zijn werk. Hij was vaak afstandelijk en kil tegen zijn twee jongste dochters, was weer vervreemd geraakt van Lisa en was vaak humeurig als echtgenoot.
Maar wat was dan de werkelijke oorzaak van zijn twijfel om het roer van Apple over te nemen? Ondanks al zijn eigenzinnigheid en onlesbaar verlangen om de zaken volledig te beheersen, kon Jobs ook besluiteloos en terughoudend zijn als hij zich niet zeker van iets voelde. Hij eiste perfectie, maar hij was er niet altijd goed in om zich bij minder dan dat neer te leggen of zich aan te passen aan wat maximaal mogelijk was. Hij worstelde niet graag met complexe zaken. Dat gold voor producten, design en meubilair. Het gold ook als het aankwam op persoonlijke verplichtingen. Als hij zeker wist dat een bepaalde weg de juiste was, dan was hij niet te stoppen. Maar als hij twijfelde, dan trok hij zich wel eens terug en dacht hij liever niet na over dingen die hem niet perfect uitkwamen. Precies zoals gebeurde toen Amelio hem vroeg welke rol hij bij Apple wilde spelen. Dan zweeg Jobs en negeerde hij situaties waarin hij zich niet op zijn gemak voelde.
Deze houding kwam deels voort uit zijn neiging om alles in tegenstellingen te zien. Iemand was een held of een hufter, een product was geweldig of shit. Maar het leek soms alsof hij werd tegengehouden door zaken die complexer lagen, genuanceerder waren: trouwen, de juiste bank aanschaffen, je verplichten om een bedrijf te leiden. Bovendien wilde hij niet bij voorbaat afstevenen op een mislukking. ‘Volgens mij wilde Steve eerst beoordelen of Apple nog wel levensvatbaar was,’ aldus Fred Anderson.
Woolard en de raad van bestuur besloten nu de knoop door te hakken en Amelio te ontslaan, ook al wist Jobs nog niet hoe actief hij kon zijn in zijn rol als ‘adviseur’. Amelio stond op het punt om met vrouw, kinderen en kleinkinderen te gaan picknicken toen Woolard hem vanuit Londen belde. ‘We willen dat je aftreedt,’ zei Woolard eenvoudig. Amelio antwoordde dat dit geen goed moment was om erover te praten, maar Woolard vond dat hij door moest drukken. ‘We gaan de aankondiging doen dat we je gaan vervangen.’
Amelio verzette zich hiertegen. ‘Vergeet niet, Ed, dat ik de raad zelf heb gezegd dat het drie jaar gaat kosten om dit bedrijf weer op poten te krijgen,’ zei hij. ‘Ik ben nog niet eens halverwege.’
‘De raad is op een punt waar we er verder niet meer over willen praten,’ antwoordde Woolard. Amelio vroeg wie er van het besluit afwisten en Woolard vertelde hem naar waarheid: de hele raad van bestuur en Jobs. ‘Steve was een van de mensen met wie we hierover hebben gesproken,’ zei Woolard. ‘Zijn visie is dat je een echt aardige man bent, maar dat je niet veel van de computerindustrie af weet.’
‘Waarom zou je in godsnaam Steve bij een dergelijk besluit betrekken?’ antwoordde Amelio, die boos aan het worden was. ‘Steve is niet eens lid van de raad van bestuur, dus wat heeft hij met dit gesprek te maken?’ Maar Woolard gaf geen krimp en Amelio hing op om met zijn gezin te gaan picknicken voordat hij het zijn vrouw vertelde.
Jobs demonstreerde bij tijden een merkwaardig mengsel van geprikkeldheid en aanhankelijkheid. Gewoonlijk interesseerde het hem geen zier wat mensen van hem dachten. Hij kon zich van mensen afwenden en nooit meer een woord met ze wisselen. Maar toch voelde hij zich soms gedwongen om uitleg te geven over zijn gedrag. Dus kreeg Amelio die avond tot zijn verrassing een telefoontje van Jobs. ‘Tjee, Gil, ik wilde je alleen even laten weten dat ik vandaag met Ed heb gepraat over dit gedoe en dat ik me er echt rot bij voel,’ zei hij. ‘Ik wil dat je weet dat ik met deze hele affaire niets te maken heb gehad, het was een besluit van de raad, ze vroegen mij alleen om raad en advies.’ Hij zei tegen Amelio dat hij hem respecteerde omdat hij ‘de hoogste integriteit bezat van iedereen die ik ooit heb ontmoet’ en gaf hem nog wat ongevraagd advies. ‘Neem zes maanden vrij,’ zei Jobs. ‘Toen ik uit Apple gegooid werd, ging ik direct weer aan het werk en had dat nooit moeten doen. Ik had die tijd voor mezelf moeten nemen.’ Hij bood aan dat hij wel als klankbord wilde dienen als Amelio ooit advies nodig had.
Amelio was stomverbaasd en kon nog net dankjewel zeggen. Daarna vertelde hij zijn vrouw wat Jobs had gezegd. ‘Op een bepaalde manier mag ik die man nog steeds, alleen vertrouw ik hem niet,’ zei hij tegen haar.
‘Ik was helemaal weg van Steve,’ zei ze, ‘en nu voel ik me een idioot.’
‘Sluit je aan in de rij,’ antwoordde haar man.
Steve Wozniak, die nu zelf officieus adviseur van het bedrijf was, vond het fantastisch dat Jobs terugkwam. ‘Het was precies wat we nodig hadden,’ zei hij, ‘omdat Steve, wat je ook van hem denkt, weet hoe hij de magie terug moet brengen.’ Dat Jobs Amelio verdrongen had, verbaasde hem niet. Zoals hij tegen Wired zei, kort nadat het was gebeurd: ‘Gil Amelio tegen Steve Jobs, game over.’
Die maandag werden de hoogste werknemers van Apple naar de aula geroepen. Amelio kwam binnen en keek rustig, zelfs ontspannen. ‘Wel, het spijt me te moeten meedelen dat het tijd is voor mij om verder te gaan,’ zei hij. Fred Anderson, die ermee had ingestemd om als interim-CEO op te treden, sprak hierna en maakte direct duidelijk dat hij zich zou richten naar Jobs. En toen, twaalf jaar nadat hij tijdens het weekeinde van de Fourth of July de machtsstrijd had verloren, keerde Jobs terug op het toneel van Apple.
Het werd meteen duidelijk dat Jobs, of hij het nu openlijk (of zelfs tegen zichzelf) toe wilde geven of niet, de teugels in handen zou nemen en niet uitsluitend ‘adviseur’ zou zijn. Zo gauw hij die dag het toneel opkwam – in korte broek, sportschoenen en een zwarte coltrui die zijn handelsmerk zou worden – begon hij zijn zo geliefde bedrijf nieuw leven in te blazen. ‘Oké, vertel mij eens wat er mis is hier,’ zei hij. Er klonk wat gemompel, maar Jobs kapte het af. ‘Het zijn de producten!’ beantwoordde hij zijn eigen vraag. ‘En wat is er mis met de producten?’ Weer werden er pogingen gedaan om antwoord te geven, totdat hij het weer onderbrak om het juiste antwoord te geven. ‘De producten zijn rotzooi!’ riep hij. ‘Er zit geen seks meer in!’
Woolard kreeg Jobs zo ver dat die toezei dat zijn rol als ‘adviseur’ een zeer actieve zou zijn. Jobs keurde een verklaring goed waarin stond dat hij ‘ermee had ingestemd om bij Apple betrokken te zijn voor maximaal 90 dagen om het bedrijf te helpen een nieuwe CEO aan te stellen.’ De slimme formulering die Woolard in zijn verklaring gebruikte, was dat Jobs terugkwam ‘als een adviseur om het team te leiden’.
Jobs koos een klein kantoor naast de zaal van de raad van bestuur op de directieverdieping en nam dus bewust niet Amelio’s grote hoekkantoor. Hij werd betrokken bij alle aspecten van het bedrijf: design, waar gesneden moest worden, onderhandelingen met leveranciers en het kiezen van een nieuw reclamebureau. Hij vond dat hij een einde moest maken aan het weglopen van topmedewerkers van Apple en besloot dat hij de waarde van hun opties wilde herzien. De waarde van een aandeel Apple was dusdanig gezakt dat de opties nauwelijks nog iets waard waren. Jobs wilde de uitoefenprijs verlagen zodat ze meer waard werden. In die tijd was dat nog wettelijk toegestaan, maar het werd wel als onfatsoenlijk beschouwd. Op de eerste donderdag na zijn terugkeer hield Jobs een telefonische vergadering met de raad van bestuur, legde het probleem voor en vertelde wat zijn voorstel was. De leden protesteerden. Ze vroegen tijd om de wettelijke en financiële kanten van zijn voorstel te bestuderen. ‘Het moet wel snel gebeuren,’ zei Jobs. ‘We raken goede mensen kwijt.’
Zelfs zijn supporter in de raad, Ed Woolard, die aan het hoofd stond van de compensatiecommissie, maakte bezwaar. ‘Bij DuPont hebben we zoiets nooit gedaan,’ zei hij.
‘Jij hebt me hierheen gehaald om de zaak te klaren, en mensen zijn de sleutel,’ verklaarde Jobs. Toen de raad meedeelde dat die studie twee maanden kon gaan duren, ontplofte Jobs. ‘Zijn jullie gek?!?’ riep hij. Hij was lang stil en zei toen: ‘Heren, als jullie dit niet goedkeuren, kom ik maandag niet terug. Want ik moet duizenden belangrijke beslissingen nemen die nog veel moeilijker zijn dan deze, en als jullie dit soort beslissingen niet kunnen steunen, faal ik. Dus als jullie dit niet doen, dan ben ik weg en mogen jullie mij de schuld geven; zeg dan maar: “Steve kon de taak niet aan.”’
De volgende dag belde Woolard, na overleg met de raad, Jobs terug. ‘We zullen dit goedkeuren,’ zei hij. ‘Maar sommige leden van de raad doen het niet met plezier. We hebben het gevoel dat je een pistool tegen ons hoofd gehouden hebt.’ De prijs van de opties voor het topteam (Jobs zelf had er geen) werd vastgesteld op $ 13,25, de prijs van de aandelen op de dag dat Amelio eruit werd gezet.
In plaats van deze overwinning te vieren en de raad te bedanken, bleef Jobs maar afgeven op het feit dat hij verantwoording moest afleggen aan een raad van bestuur waar hij geen enkel respect voor had. ‘Stop de trein, dit gaat zo niet verder,’ zei hij tegen Woolard. ‘Dit bedrijf ligt in puin en ik heb geen tijd om eerst de raad in de watten te leggen. Ik wil dus dat jullie collectief ontslag indienen. Of anders dien ik mijn ontslag in en kom maandag niet terug.’ De enige die mocht blijven, zei hij, was Woolard.
De meeste leden van de raad waren verbijsterd. Jobs weigerde nog steeds om zich erop vast te leggen dat hij fulltime terug zou keren of dat hij meer wilde zijn dan ‘een adviseur’, en toch vond hij zichzelf machtig genoeg om hen te dwingen te vertrekken. De harde werkelijkheid was echter dat hij die macht had. Ze konden zich niet veroorloven dat hij kwaad weg zou lopen noch was het vooruitzicht erg aantrekkelijk om lid te blijven van Apple’s raad van bestuur. ‘Na alles wat ze hadden meegemaakt, waren de meesten blij dat ze zo konden vertrekken,’ vertelde Woolard.
Weer gaf de raad toe, met echter één verzoek: stond hij toe dat er, naast Woolard, nog een directeur zou aanblijven? Al was het maar voor de buitenwacht. Jobs stemde hiermee in. ‘Ze vormden een vreselijke raad, een verschrikkelijke raad,’ zei hij later. ‘Ik ging ermee akkoord dat ze Ed Woolard konden laten zitten en een man genaamd Gareth Chang, die een vreselijke nul bleek te zijn. Hij was niet vervelend, alleen maar een nul. Aan de andere kant was Woolard een van de beste directieleden die ik ooit heb gezien. Hij was een vorst, een van de beste steunpilaren en verstandigste mensen die ik ooit heb meegemaakt.’
Onder degenen die gevraagd werden te vertrekken, bevond zich ook Mike Markkula die in 1976 als jonge investeerder een bezoek had gebracht aan Jobs’ garage, verliefd was geworden op de computer in wording op de werkbank, zich garant had gesteld voor $ 250.000, en de derde partner en eigenaar van een derde van Apple was geworden. In de voorgaande twee decennia was hij de constante factor geweest in de raad van bestuur en had hij verscheidene CEO’s zien komen en gaan. Hij had Jobs gesteund maar was ook vaak met hem in botsing gekomen; de hardste botsing was geweest toen hij in de ruzies in 1985 de kant van Sculley had gekozen. Toen Jobs terugkwam, wist hij dat het tijd was om te vertrekken.
Jobs kon scherp en koud zijn, zeker naar mensen die hem dwars hadden gezeten, maar hij was soms ook erg sentimenteel als het ging om mensen die vanaf het begin achter hem hadden gestaan. Wozniak zat natuurlijk in die bevoorrechte categorie, ook al waren ze uit elkaar gedreven; dat gold ook voor Andy Hertzfeld en enkele anderen van het Macintosh-team. En uiteindelijk zat Mike Markkula daar ook bij. ‘Ik voelde me door hem verraden, maar hij was als een vader voor me geweest en ik heb hem altijd gemogen,’ vertelde Jobs later. Dus toen de tijd was gekomen om hem te vragen uit Apple’s raad van bestuur te treden, reed Jobs zelf naar Markkula’s kasteelachtige landhuis in de heuvels van Woodside om het hem persoonlijk te vertellen. Zoals gewoonlijk vroeg hij of ze een wandeling konden gaan maken en ze slenterden over het terrein naar een bosje sequoia’s waar een picknicktafel stond. ‘Hij zei tegen mij dat hij een nieuwe raad wilde omdat hij helemaal opnieuw wilde beginnen,’ aldus Markkula. ‘Hij was bezorgd dat ik boos zou worden en hij was opgelucht dat dat niet het geval was.’
De rest van de wandeling hadden ze het over waar Apple zich in de toekomst op zou moeten concentreren. Jobs’ ambitie was het opbouwen van een duurzaam bedrijf en hij vroeg Markkula wat de formule daarvoor was. Markkula antwoordde dat dat bedrijven zijn die zichzelf telkens weer opnieuw weten uit te vinden. Hewlett-Packard had dat herhaaldelijk gedaan; het was in 1939 (in de garage van Packard in Palo Alto) begonnen als producent van elektronische apparaten, was overgestapt naar rekenmachines en daarna naar pc’s. ‘Apple is in de pc-wereld door Microsoft naar de zijlijn gedrongen,’ legde Markkula uit. ‘Je moet het bedrijf dan opnieuw uitvinden door iets anders te gaan doen, zoals andere producten voor de consument of andere apparaten maken. Je moet zijn zoals een vlinder en een metamorfose ondergaan.’ Jobs zei niet veel, maar was het er wel mee eens.
De oude raad van bestuur kwam eind juli bijeen om akkoord te gaan met de overgang. Woolard, die net zo keurig was als Jobs humeurig, was enigszins verbaasd toen Jobs voor de vergadering verscheen in jeans en sportschoenen en maakte zich zorgen dat hij de oude leden zou gaan verwijten dat zij het allemaal hadden verprutst. Maar Jobs liet het bij een vriendelijk ‘Hallo, iedereen.’ De raadsleden stemden over het aanvaarden van de ingediende ontslagen, kozen Jobs in de raad en droegen Woolard en Jobs op om nieuwe raadsleden te zoeken.
De eerste die Jobs rekruteerde was, niet erg verrassend, Larry Ellison. Hij zei dat hij het met plezier deed, maar een hekel had aan vergaderingen. Jobs zei dat het prima was als hij de helft ervan bezocht. (Na enige tijd kwam Ellison nog maar bij een derde; Jobs pakte een foto van hem die op het omslag van Business Week was verschenen, liet die uitvergroten tot levensgroot, plakte hem op een stuk karton en zette dat op Ellisons stoel.)
Ook bracht Jobs Bill Campbell binnen, die begin jaren tachtig de marketing van Apple had gedaan en ongewild bij de ruzie tussen Jobs en Sculley betrokken was geraakt. Uiteindelijk had Campbell de kant van Sculley gekozen, maar daarna had hij zo’n hekel aan de man gekregen dat Jobs hem vergaf. Nu was hij CEO van het softwarebedrijf Intuit en een wandelmaatje van Jobs. ‘We zaten buiten achter zijn huis,’ vertelde Campbell, die maar vijf straten van Jobs in Palo Alto woonde, ‘en hij zei dat hij terugging naar Apple en dat hij mij in de raad van bestuur wilde. Ik zei: “Holy shit, natuurlijk doe ik dat.”’ Campbell was footballcoach aan Columbia University geweest en zijn grote talent was volgens Jobs dat ‘hij A-prestaties uit B-spelers kon krijgen’. Bij Apple, zei Jobs tegen hem, zou hij met A-spelers werken.
Woolard haalde Jerry York binnen, die financieel directeur was geweest bij Chrysler en daarna bij IBM. Anderen werden gewogen en door Jobs te licht bevonden, onder wie Meg Whitman, die toen manager was van de afdeling Playskool van Hasbro en eerder adjunct-directeur strategieplanning bij Disney was geweest. (In 1998 werd ze CEO van eBay en in 2009 was ze kandidaat voor het gouverneurschap van Californië, maar ze verloor de verkiezingen. In september 2011 werd ze benoemd tot CEO van HP.) Ze gingen samen lunchen en Jobs had direct zijn oordeel klaar: ze was geen genie, maar een onbenul. ‘Ik vond haar zo dom als een deur,’ zei hij later, volledig onterecht.
In de loop der jaren zou Jobs enkele sterke figuren de raad van Apple weten binnen te krijgen, onder wie Al Gore, Eric Schmidt van Google, Art Levinson van Genentech, Mickey Drexler, CEO van Gap Inc. en daarna van de J. Crew Group, en Andrea Jung van Avon. Maar altijd zorgde hij ervoor dat ze loyaal waren, soms overdreven loyaal. Ondanks hun eigen status leken ze soms onder de indruk van of geïntimideerd door Jobs en ze maakten hem graag blij. Een paar jaar na zijn terugkeer nodigde hij Arthur Levitt, de voormalige voorzitter van de SEC, uit om plaats te nemen in Apple’s raad van bestuur. Levitt, die zijn eerste Macintosh in 1984 had gekocht en trots ‘verslaafd’ was aan Apple-computers, was ontroerd. Opgewonden bracht hij een bezoek aan Cupertino, waar hij zijn toekomstige rol met Jobs besprak. Maar daarna las Jobs een toespraak die Levitt had gehouden over corporate governance, het besturen van een onderneming, waarin hij beweert dat bestuursraden een sterke en onafhankelijke rol dienen te spelen. Jobs belde hem op en trok de uitnodiging in. ‘Arthur, ik geloof niet dat jij heel gelukkig zou worden in onze raad en ik geloof dat het het beste is als we je niet uitnodigen,’ zo zei Jobs volgens Levitt. ‘Eerlijk gezegd geloof ik dat een paar zaken die je naar voren hebt gebracht, geschikt zijn voor andere bedrijven, maar niet echt passen bij de Apple-cultuur.’ Later schreef Levitt: ‘Ik was perplex... Het is mij duidelijk dat Apple’s raad niet bestemd is om onafhankelijk van Apple’s CEO op te treden.’
Macworld Boston, augustus 1997
Het memo aan de staf waarin de herwaardering van Apple’s opties bekend werd gemaakt, was getekend ‘Steve en het executive team’ en het was al gauw algemeen bekend dat hij alle vergaderingen over productbeoordelingen voorzat. Dit en andere signalen dat Jobs weer helemaal bij Apple betrokken was, dreef de aandelenkoers in juli op van circa $ 13 tot $ 20. Ook creëerde het een huivering onder de Apple-getrouwen die zich in augustus 1997 in Boston hadden verzameld voor de Macworld. Uren van tevoren stonden er al vijfduizend mensen te wachten om zich in de grote Castle-vergaderzaal van het Park Plaza Hotel te persen om naar Jobs keynote speech te luisteren. Ze kwamen om hun teruggekeerde held te begroeten – en om te zien of hij echt klaar was om hen weer aan te gaan voeren.
Er steeg een enorm gejuich op toen op het scherm een foto van Jobs verscheen uit 1984. ‘Steve! Steve! Steve!’ begon de menigte te scanderen terwijl hij nog geïntroduceerd werd. Toen hij dan eindelijk het podium opliep – in een zwart jasje en wit overhemd zonder kraag en met een demonisch lachje – leek het door het geschreeuw en de flitsen van fototoestellen wel alsof het hier een popster betrof. Eerst bracht hij de opwinding een beetje tot bedaren door te wijzen op waar hij officieel werkte. ‘Ik ben Steve Jobs, bestuursvoorzitter en CEO van Pixar,’ zo introduceerde hij zichzelf terwijl die titel op het scherm verscheen. Daarna legde hij uit wat zijn rol bij Apple was. ‘Samen met een heleboel andere mensen werk ik eraan om Apple weer gezond te maken.’
Maar terwijl Jobs over het podium heen en weer liep en de beelden op het scherm boven zijn hoofd met een klikker in zijn hand veranderde, werd het duidelijk dat hij nu bij Apple de baas was – en dat vermoedelijk ook zou blijven. Hij gaf een zorgvuldig in elkaar gezette presentatie, uit zijn hoofd, over waarom de verkopen van Apple de voorgaande twee jaar met 30% waren gedaald. ‘Er werken een heleboel fantastische mensen bij Apple, maar ze hebben daar de verkeerde dingen gedaan omdat de planning verkeerd is geweest,’ zei hij. ‘Ik heb mensen aangetroffen die niet kunnen wachten om zich in te zetten voor een goede strategie, maar er was er gewoon geen.’ De menigte brak weer uit in geroep, gefluit en gejuich.
Hij sprak met toenemende hartstocht en hij ging ‘we’ en ‘ik’ zeggen in plaats van ‘zij’ als hij verwees naar wat Apple moest gaan doen. ‘Volgens mij moet je nog steeds anders denken om een Apple-computer te kopen,’ zei hij. ‘De mensen die hem kopen, denken anders. Het zijn de creatieve geesten van deze wereld en ze gaan die wereld veranderen. Wij maken de gereedschappen voor dat soort mensen.’ Terwijl hij het woordje ‘wij’ in deze zin benadrukte, bracht hij zijn handen naar boven en tikte met zijn vingertoppen op zijn borst. En in het laatste gedeelte van zijn presentatie, waarin hij het had over de toekomst van Apple, bleef hij het ‘wij’ maar benadrukken. ‘Wij gaan anders denken en de mensen bedienen die vanaf het begin onze producten hebben gekocht. Omdat een heleboel mensen denken dat zij gek zijn geworden, maar in die gekte zien wij het genie.’ Tijdens de lange staande ovatie die toen volgde, keken mensen elkaar aan en lieten blijken dat ze hem vereerden, sommigen veegden de tranen uit hun ogen. Jobs had bijzonder duidelijk gemaakt dat hij en de ‘wij’ van Apple dezelfde waren.
Het verdrag met Microsoft
Het hoogtepunt van Jobs’ optreden tijdens de Macworld van augustus 1997 sloeg in als een bom: de aankondiging die het omslag van zowel Time als Newsweek haalde. Tegen het einde van zijn presentatie nam hij even een slokje water voordat hij op rustiger toon verder ging. ‘Apple maakt deel uit van een ecosysteem,’ zei hij. ‘Het heeft hulp nodig van partners. Destructieve verhoudingen helpen niemand in deze industrietak.’ Voor het dramatisch effect pauzeerde hij weer even en ging toen door: ‘Ik wil een van onze eerste nieuwe samenwerkingsverbanden vandaag aankondigen, een heel bijzonder samenwerkingsverband, en dat is met Microsoft.’ Terwijl mensen met open mond zaten te kijken, verschenen de logo’s van Apple en Microsoft op het scherm.
Apple en Microsoft waren al een decenniumlang in een oorlog verwikkeld over allerlei zaken betreffende copyrights en patenten, met als hoofdzaak of Microsoft het uiterlijk en gevoel had gestolen van Apple’s grafische interface. Toen Jobs in 1985 net uit Apple was gezet, had John Sculley zich overgegeven en een overeenkomst moeten sluiten: Microsoft kreeg een licentie voor Apple’s GUI (graphical user interface) voor Windows 1.0 en in ruil zou het Excel twee jaar lang exclusief produceren voor de Mac. In 1988 kwam Windows 2.0 uit en diende Apple een klacht in. Sculley beweerde dat de overeenkomst uit 1985 niet van toepassing was op Windows 2.0 en dat verbeteringen aan Windows (zoals het overnemen van Bill Atkinsons ‘trucje’ van het over elkaar zetten van vensters) de overtreding nog eens extra flagrant maakten. In 1997 had Apple deze zaak en verscheidene beroepen verloren, maar losse eindjes van de rechtszaak en dreigementen van nieuwe aanklachten lagen op de loer. Daarnaast was president Clintons ministerie van Justitie bezig met het voorbereiden van een enorme aanklacht tegen Microsoft vanwege overtreding van de antitrustwetgeving. Jobs nodigde de hoofdaanklager, Joel Klein, uit in Palo Alto. Maak je niet druk om het innen van een gigantische boete van Microsoft, raadde Jobs hem onder de koffie aan. Je kunt het bedrijf beter bezighouden met die rechtszaak. Dat zou Apple de gelegenheid geven, legde Jobs uit, om ‘een eindsprint’ te maken langs Microsoft en concurrerende producten aan te gaan bieden.
Onder Amelio was de ruzie met Microsoft hoog opgelopen. Microsoft weigerde om zich te verplichten om Word en Excel te ontwikkelen voor toekomstige besturingssystemen van de Mac, wat had kunnen leiden tot de ondergang van Apple. Ter verdediging van Bill Gates moet opgemerkt worden dat hij niet zozeer wraakzuchtig was. Het was begrijpelijk dat hij aarzelde om toe te zeggen dat hij programma’s ging ontwikkelen voor een toekomstig Macintosh OS als niemand – inclusief de almaar wisselende leiding van Apple – leek te weten hoe dat eruit ging zien. Direct nadat Apple NeXT had gekocht, vlogen Jobs en Amelio samen naar Microsoft, maar Gates kon maar niet bepalen wie van de twee nu eigenlijk de baas was. Een paar dagen later belde hij Jobs privé. ‘Hé, what the fuck, word ik nu geacht om mijn toepassingen klaar te maken voor NeXT OS?’ herinnert Gates zich dat hij vroeg. Jobs antwoordde met ‘een paar wijsneuzerige opmerkingen over Gil’, vertelde Gates en liet doorschemeren dat de situatie binnenkort wel duidelijk zou worden.
Toen het probleem van wie de baas bij Apple was, deels was opgelost door Amelio’s vertrek, was een van de eerste telefoontjes die Jobs pleegde, naar Bill Gates. Jobs vertelde:
==
Ik belde Bill op en zei: ‘Ik ga dit helemaal anders doen.’ Bill had altijd een zwakke plek voor Apple gehad. Wij hebben hem de wereld van de toepassingssoftware in geholpen. De eerste toepassingen van Microsoft waren Excel en Word voor Mac. Dus ik belde hem op en zei: ‘Ik heb hulp nodig.’ Microsoft trok zich al niets aan van Apple’s patenten. Ik zei: ‘Als we aanklachten in blijven dienen, dan kunnen we over een paar jaar een miljard dollar aan schadevergoeding krijgen. Jij weet het, en ik weet het. Maar Apple zal zo lang niet overleven als we in oorlog blijven. Ik weet dat. Dus laten we eens kijken of we dit niet voor eens en altijd uit de wereld kunnen helpen. Het enige wat ik wil is de toezegging dat Microsoft zal blijven ontwikkelen voor de Mac en een investering van Microsoft in Apple, zodat het een beetje meedeelt in ons succes.’
Toen ik Gates vertelde wat Jobs had gezegd, bevestigde hij dat het zo was gegaan. ‘We hadden een groepje mensen die het fijn vonden om met programma’s van Mac te werken en we vonden de Mac mooi,’ vertelde Gates. Hij was zes maanden in onderhandeling geweest met Amelio en de voorstellen werden maar langer en ingewikkelder. ‘Toen verscheen Steve op het toneel en die zegt: “Hé, die overeenkomst is veel te ingewikkeld. Wat ik wil is een simpele deal. Ik wil die toezegging en ik wil een investering.” En dat hadden we in vier weken geregeld.’
Gates en zijn hoofd financiële zaken Greg Maffei reisden naar Palo Alto om het raamwerk op te zetten voor een overeenkomst, en de zondag daarop kwam Maffei alleen terug om de details uit te werken. Toen hij bij Jobs aankwam, pakte die twee flesjes water uit de koelkast en nam Maffei mee op een wandeling door de buurt. Beide mannen droegen een korte broek en Jobs liep op blote voeten. Toen ze voor de baptistenkerk zaten, kwam Jobs direct tot de kern. ‘Dit zijn de dingen die wij belangrijk vinden,’ zei hij. ‘Een toezegging over het maken van software voor de Mac en een investering.’
Hoewel de onderhandelingen vlot verliepen, werden de laatste details pas ingevuld vlak voordat Jobs zijn presentatie zou geven tijdens de Macworld in Boston. Hij was nog in het Park Plaza Castle zijn toespraak aan het repeteren toen zijn mobiel ging. ‘Hi, Bill,’ zei hij en zijn woorden echoden door de oude zaal. Daarna wandelde hij naar een hoek en sprak op zachte toon, zodat anderen hem niet konden verstaan. Het gesprek duurde een uur. Ten slotte was er een oplossing voor alle punten van de overeenkomst. ‘Bill, dank je voor het steunen van dit bedrijf,’ zei Jobs terwijl hij op zijn hurken zat. ‘Volgens mij is de wereld daar beter van geworden.’
Tijdens zijn presentatie op Macworld ging Jobs in op de details van de overeenkomst met Microsoft. Eerst werd er door de getrouwen nog gegromd en gesist. Erg zuur was Jobs’ aankondiging dat, als deel van het vredesverdrag, ‘Apple heeft besloten om Internet Explorer zijn standaardbrowser op de Macintosh te maken’. Het publiek barstte uit in boegeroep en Jobs voegde er snel aan toe: ‘Aangezien we geloven in keuzes, gaan we ook andere internetbrowsers leveren en de gebruiker kan natuurlijk zijn standaardbrowser veranderen, als hij dat wil.’ Er werd wat gelachen en geklapt. Het publiek begon bij te draaien, vooral toen hij aankondigde dat Microsoft $ 150 miljoen in Apple ging investeren in ruil voor aandelen zonder stemrecht.
Maar de mildere stemming sloeg voor een ogenblik om toen Jobs een van zijn weinige blunders in public relations op toneel maakte. ‘Ik heb vandaag toevallig een bijzondere gast bij me via een satellietverbinding,’ zei hij, en plotseling verscheen het gezicht van Bill Gates op het enorme scherm boven Jobs en de zaal. Op Gates’ gezicht lag een glimlachje dat bijna zelfgenoegzaam genoemd mocht worden. Het publiek hapte in afschuw naar adem en begon daarop te jouwen en te fluiten. De scène was een zo vrijpostige echo van de Big Brother-spot van 1984 dat je bijna zou verwachten (en hopen?) dat plotseling een atletische vrouw de hoek om kwam rennen en het beeld op het scherm met een goed gemikte hamer zou laten verdampen.
Maar het was echt en Gates – die van het gejoel natuurlijk niets merkte – begon zijn praatje vanuit het hoofdkwartier van Microsoft. ‘Een van de spannendste dingen die ik in mijn carrière heb gedaan, is het werk geweest dat ik voor Steve en de Macintosh heb verricht,’ sprak hij, eentonig en hoog. Terwijl hij doorging met het aanprijzen van de nieuwe versie van Office die speciaal voor de Mac ontwikkeld werd, kalmeerde het publiek en ging het de nieuwe wereldorde geleidelijk accepteren. Gates kreeg zelfs een beetje applaus toen hij zei dat de nieuwe Mac-versies van Word en Excel ‘in veel opzichten geavanceerder zouden zijn dan we voor het Windows-besturingssysteem hebben gemaakt’.
Jobs besefte dat het beeld van Gates dat daar dreigend boven hem en het publiek hing, een vergissing was geweest. ‘Ik had gewild dat hij naar Boston zou komen,’ zei hij later. ‘Dit was de slechtste en domste presentatie ooit. Het was slecht omdat ik er daardoor zo minnetjes uitzag en Apple zag er minnetjes uit, het was net alsof alles in Bills handen lag.’ Gates was ook beschaamd toen hij later de video zag die van de manifestatie gemaakt was. ‘Ik wist niet dat mijn gezicht opgeblazen zou worden tot zulke gigantische afmetingen,’ zei hij.
Jobs probeerde nog het publiek met een geïmproviseerde preek gerust te stellen. ‘Als we vooruit willen en Apple gezond willen zien, dan moeten we een beetje water bij de wijn doen,’ zei hij tegen de aanwezigen. ‘We moeten af van het idee dat als Microsoft wint, Apple verliest... Volgens mij moeten we, als we Microsoft Office op de Mac willen, het bedrijf dat het maakt, wel een beetje dankbaar zijn.’
De bekendmaking van de deal met Microsoft plus Jobs’ hernieuwde betrokkenheid bij het bedrijf gaf Apple de broodnodige injectie. Tegen het einde van de dag was de koers van een aandeel met $ 6,56 – of 33% – omhooggeschoten tot $ 26,31, het dubbele van de waarde op de dag dat Amelio eruit gezet werd. De sprong van die ene dag maakte Apple $ 830 miljoen meer waard. Het bedrijf had op de rand van het graf gestaan, maar had ervan weg kunnen komen.